Je bandenspanning regelmatig controleren is belangrijk. Zeker als je auto een tijd heeft stilgestaan. Als je banden (net) te zacht zijn verbruik je meer brandstof en 'lig' je minder goed op de weg. Bovendien worden zachte banden sneller heet, wat kan leiden tot een klapband. Een te harde band is ook weer niet goed: je maakt minder goed contact met de weg en je banden slijten sneller.
Controleer daarom zelf regelmatig je bandenspanning. Hier zijn handige meters voor. Je kunt het ook doen bij het tankstation: bij de meeste pompstations in Nederland zit een bandenpomp. Allereerst moet je weten wat de juiste bandenspanning is voor je auto. Dit staat meestal in je instructieboekje, op een sticker aan de binnenkant van je deur, achter het tankklepje of op de bandenpomp zelf. Let op: er kan een verschil in ideale bandenspanning tussen de voor- en achterbanden.
Is je bandenspanning te laag? Pomp ze dan zo snel mogelijk op. Bij het tankstation stel je eerst de meter van de pomp in op de juiste spanning. Vervolgens doorloop je per band de volgende stappen:
- Schroef het dopje van het ventiel.
- Sluit het mondstuk van de pomp aan op het ventiel.
- Houd het mondstuk recht op het ventiel zodat deze niet breekt.
- Doe dit totdat je de gewenste bandenspanning bereikt (meestal hoort je dan een pieptoon).
Hulp nodig? Stel je vraag via support@igarage.nl.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.